Raak de wonden aan.

Ron van Es
5 min readMar 8, 2020

--

Tomáš Halík is priester en hoogleraar filosofie en sociologie in Praag. En auteur van een paar mooie boeken en vooral van het boek ‘Raak de wonden aan’. De man was ook ooit ‘vertrouweling’ van Václav Havel, de eerste president van toen nog Tsjecho-Slowakije na de Russische communistische onderdrukking. Nou ja, dan heb je beetje een beeld voor ik verder ga.

Ik las dus zijn boek ‘Raak de wonden aan’ en in het eerste hoofdstuk heeft hij het over een beroemd geworden figuur in het nieuwe deel van de bijbel, Tomas, ongelovige Tomas. Geen toeval natuurlijk dat deze ongelovige Tomas (hier zonder h in zijn naam geschreven) dezelfde naam heeft als de schrijver. De Tomas in de bijbel was er niet bij toen Jezus na zijn dood verscheen aan de groep discipelen en zei toen ook doodleuk: ik moet eerst zijn wonden zien en voelen voordat ik het geloof. Vandaar zijn latere naam, Tomas de Ongelovige. Eerst zien en dan geloven.

In het eerste hoofdstuk van zijn boek wandelt de auteur Tomáš op een retraite door dat deel van India van de plaats waar de Boeddha verlicht werd — Bodhgaya — tot de plek waar hij voor het eerst daarover sprak — Sarnat. En komt uiteindelijk in Madras, het oude hart van het lokale christendom in India waar het graf van de apostel Tomas, beschermheilige van India, is en vereerd wordt.

Twaalf jaar na deze reis zit Tomáš Halík in ‘de stilte en eenzaamheid van een kluizenarij in een bos in het Rijnland’ en denkt terug aan de reis en aan die ongelovige Tomas, naamgenoot. Als filosoof, socioloog en priester is hij in contact met veel vormen van religie en geloven en schrijft dat hoewel mensen met de mond belijden, dat niet altijd vanuit het hart komt. Het ongeloof van de bijbelse Tomas was misschien niet direct ongeloof maar een poging tot begrijpen — de wonden van Jezus aanraken. Niet het concept van geloof aannemen, maar met een directe aanraking in het handelen geloven. Niet de woorden vinden — en vaak in hele mooie zinnen vertellen — maar het hart van mededogen laten spreken.

De wonden aanraken van anderen. De wonden aanraken van het gemis in deze wereld. De wonden aanraken van het ongelooflijke dat aan anderen en onszelf gebeurt. De wonden aanraken van het lijden van ons als mensen.

Als ik nadenk over mijn werk binnen dat wat nu de betekeniseconomie is gaan heten, of de beweging van purpose, waarin ik aan mensen binnen bedrijven vraag verantwoordelijk te zijn voor de wereld, voor mensen, voor issues als klimaatverandering, ongelijkheid, eerlijke verdeling, zorg voor planeet, dan zie ik gelukkig dat ze daar gehoor aan geven. Niet door mijn oproep natuurlijk, maar door die collectieve roep van ons allemaal. Wanneer houdt het op, wanneer is het genoeg, wanneer is het ‘goed’? En dan komen de verhalen. Op Purpose Day bijvoorbeeld. Leiders, CEO’s, managers die verantwoordelijk zijn voor sustainability, branding, strategie. En het is mooi. Het is goed.

Maar toen ik het eerste hoofdstuk las van het boek van Tomáš Halík werd het mij opnieuw duidelijk: het zijn niet de woorden die we elkaar vertellen — hoe goed en motiverend die ook zijn — het zijn de wonden die we aan zullen moeten raken. Het is ons handelen.

In een gesprek dat ik had met Thomas Kolster (alweer een Thomas) had hij het over zijn weg als reclameman naar internationale spreker over de purpose bij en van bedrijven. Maar zei hij, ik kwam erachter dat het niet over de purpose van het bedrijf gaat, ‘screw the purpose, who can you help me become’ zegt hij. Niet voor niets heet zijn nieuwe boek dat binnenkort uitkomt ‘The Hero Trap’, de valkuil van woorden waarachter we ons kunnen verschuilen. Purpose is dus niet een verhaal, purpose is worden als de ongelovige Tomas; laat me de wonden aanraken.

‘Werd de apostel Tomas bij het zien van de opgestane echt in één keer van al zijn twijfels bevrijd — of liet Jezus hem via zijn wonden juist de enige plaats zien waar zoekers en twijfelaars werkelijk God kunnen aanraken?’

Op de plaatsen die de auteur Tomáš in zijn leven heeft aangedaan op zijn vele reizen staan veel plekken van lijden, Ground Zero, Hiroshima, concentratiekampen van Nazi’s en communisten. Hij noemt die ‘het Golgotha van deze tijd’. Maar gaat hij verder, er is één plek die ik nooit meer zal vergeten. Een plek van lijden en grote schaamte. Een plek waar je het liefst snel weer wil vertrekken. Het is een weeshuis in Madras. ‘In de bedjes, die aan kippenhokken deden denken, lagen eenzame kinderen met opgeblazen buikjes van de honger. Er lagen kleine skeletjes, met alleen een zwarte, vaak ontstoken, huid eromheen. In de eindeloze gangen keken hun koortsige ogen mij van alle kanten aan en staken ze hun handen naar mij uit. De lucht die er hing, benam me de adem. Deze stank van onmacht en een brandend gevoel van schaamte verstikten mij. Dat gevoel heb je meestal als je met een gezonde huid, een gevulde maag, een schoon bed en een dak boven je hoofd naar lijdende mensen kijkt. Ik wilde zo snel mogelijk laf daarvandaan vluchten (en niet alleen daarvandaan), mijn ogen sluiten, mijn hart op slot doen en dit vergeten.’

‘Maar op dat moment kwamen deze woorden in mij naar boven: Raak de wonden aan! En daarna: Kom nu maar je vinger. En kom maar met je hand om de opening in mijn zijde te voelen.’

Ik zelf herinner me mijn reizen naar Zuid-Afrika, Cambodja en andere plaatsen op de wereld als regisseur van tv-programma’s. Naar plaatsen waar mensen niets hadden, moesten overleven met dat wat ze kregen van anderen. Een stuk plastic als dak kregen aangereikt, een dollar voor het werk van die dag, het kind dat we kregen aangeboden omdat de vrouw er niet meer voor kon zorgen, de laatste menselijke botten in de grond op Killing Fields. Dit waren de anderen. Ik filmde hen, ik had de verhalen nodig, de beelden van hun leed. Maar heb ik hun wonden aangeraakt? Heb ik hun wonden echt gezien? Heb ik daar hun en mijn God gezien?

Wat neem ik mee als ‘les’ bij het lezen van dit eerste hoofdstuk van dit wonderlijk prachtige boek?

Het is het geloof dat ontstaat bij het aanraken. Niet de woorden. Het is het handelen, niet de verhalen. Het is de fuck-up van purpose als boodschap als we alleen maar in onszelf gaan geloven. Het is niet het woord dat als een brandende toorts boven ons bedrijf ons verlicht, het zijn de daden in het diepste geheim die ons geloof kenmerken. Het is het aanraken van de wonden dat onze barmhartigheid kracht geeft. Wij zijn het dus. Wij, mensen. Ik.

‘Overal waar mensen lijden, kom je mij tegen. Ontwijk mij bij die ontmoetingen nooit. Wees niet bang. Wees niet langer ongelovig.’

Ron van EsSchool for Purpose Leadership

--

--

Ron van Es
Ron van Es

Written by Ron van Es

Founder School for Purpose Leadership (https://www.schoolforpurposeleadership.nl/) & Hoofdredacteur Betekenis Boeken Club (https://www.betekenisboekenclub.com/)

No responses yet