Over de wil

Ron van Es
10 min readOct 11, 2020

--

Ik schrijf over de wil. We kennen de sterke wil; door muren gaan om iets te bereiken en als dat niet lukt wil je niet genoeg. Dat lijkt een beetje als iemand die gelooft. Als het niet lukt, geloof je niet genoeg en moet je meer geloven. Lukt dat nog niet dan moet je nog meer geloven. Je beult je wat af met zo’n geloof. Uiteindelijk voel je jezelf een looser. Niets lijkt te lukken, of te willen in dit geval. Maar wie wil er nu iets?

Het begint allemaal bij dat smeulende vuurtje in je zelf. Je voelt het. Soms zie je het. Dat wil ik ook, zeg je dan. Dat begint al in je kinderjaren. Je ziet een brandweerwagen met loeiende sirenes door de straat, de opwinding maakt zich meester van je, dat wil ik ook, denk je. Maar wat wil je dan? Brandweerman worden? Gevaar tegemoet gaan? Lawaai maken? In je jeugdige opwinding weet je dat onderscheid natuurlijk niet te maken. Jij wil dat, en je wijst de brandweerwagen nog eens na.

Later denk je misschien terug aan dat moment van kinderlijke eenvoud en je denkt dat je daar de afslag hebt gemist, want toen wist je zo goed wat je wilde. Maar nu, wat wil je eigenlijk?

Het lijkt me goed om te kijken naar dat idee van ‘wil’. Al teveel hebben we het gekoppeld aan ons talent bijvoorbeeld. Je wilt iets omdat je daar je talent in ontdekt hebt. Of andersom, je hebt talent om iets te maken, te doen en dan is dat ook wat je wil. Die verstrengeling van wil en talent heeft je mogelijk in verwarring gebracht.

Nog zo’n verwarring: je wil impact maken. Terugkijkend op je leven vooral zien dat je er niet voor niets geweest bent. Je wil iets achterlaten. Groots leven misschien. Er alles uithalen wat er in zit. Kunstenaar zijn. Of toch die sociale ondernemer die iets teweeg brengt om de planeet te redden. Je leest erover. Je ziet ze soms in real life. Weer komt dat kinderlijke gevoel naar boven, dat wil ik ook! Maar wat wil er dan?

Kundige wil

Er is veel over de wil te vertellen. Mijn leermeester Roberto Assagioli schreef er een heel boek over. ‘Over de wil’ heet het. Het voert te ver om dat allemaal hier te vermelden, maar alleen al het onderscheid in typen wil is interessant. Je hebt inderdaad de sterke wil, maar die heeft weer niets te maken met dat wat in jou gewild wil worden. Ofwel jouw verlangen om iets te willen, hangt niet af of je een sterke wil, dus doorzettingsvermogen hebt. Natuurlijk heb je kunde nodig om iets te laten willen. Er is ook zoiets als de kundige wil; in het kort, alles wat je intern en extern waarneemt leren omzetten naar een uitgebalanceerd pad. Oefening baart ook hier kunst.

In mijn boek ‘Ertoe doen, de cirkel van betekenisvol leven’ schreef ik dit erover:

Als ik je nu vraag een beeld van een deur in je op te laten komen, zul je het niet vreemd vinden om die deur als het ware te ‘zien’ in je verbeelding. Laten we dan eens een stapje verder gaan. Zie die deur weer in je verbeelding en beschrijf die deur nu eens. Oud, nieuw? Kleur? Materiaal? Bekend, onbekend? Goed, je hebt de deur gezien en beschreven. Ga nu eens, weer in je verbeelding, bij die deur staan. Hoe groot ben jij dan ten opzichte van de deur? Sta je buiten, of sta je binnen? Wacht je daar? Wil je naar binnen, of naar buiten?

Zo zie je; met je verbeelding roep je niet alleen een enkel beeld op, maar je kunt er ook mee experimenteren. Via mijn laatste vragen ging je namelijk dieper op die verbeelding in en ‘vertelden’ de beelden jou ineens iets nieuws. Je zag niet alleen die beelden, je kreeg er waarschijnlijk ook een bepaald gevoel bij. Let maar eens op als je die deur weer in je verbeelding voor je haalt. Stel nu dat de deur de toegang zou zijn tot iets wat jij graag wilt, wat zou dat dan zijn? Of waar zou dat zijn? Probeer eens te verbeelden waar je toegang toe krijgt. Welk gevoel roept dat op? Blijdschap, droefheid, hoop? Door middel van verbeelding krijg je eigenlijk extra informatie over jezelf, over dat wat je wilt, verlangt, etc.

Verbeelding is dus ook een voertuig om je vraag naar persoonlijke betekenis duidelijk te maken. Want dat wat je ziet in je verbeelding, roept tegelijk ook het verlangen op. Het is niet je denken dat je op gang helpt, het is dus veel eerder je verbeelding. Het werken met verbeelding kan nog veel effectiever. Ga nu maar eens staan en verbeeld je dan die deur weer. Ga dan eens staan zoals je voor die deur in de verbeelding zou willen staan. Wat vertelt je lichaam je dan? Sta je te dringen om binnen te komen? Of neem je toch nog een stap naar achteren? Verbeelding met gebruik van je lichaam wordt veel gedaan door sporters die in hun verbeelding een hardloopwedstrijd al lopen. Hun lichaam reageert ook in die verbeelding. Metingen hebben uitgewezen dat het lopen in hun verbeelding helpt om in de actuele wedstrijd daarna beter en zelfs harder te lopen.

Stel je dan nu eens je persoonlijke betekenis in je leven voor. Wat wil je, waarom wil je dat, voor wie wil je dat? Kijk eens welke beelden je krijgt bij de antwoorden op die vragen. Ga ook eens staan bij die beelden, welke reactie geeft je lichaam op die verbeelding? Welke gevoelens krijg je? Verbeelding helpt je hier om je plannen te realiseren. Het is niet een truc die je één keer kunt uithalen, maar je hebt kunde nodig om dit te blijven herhalen. Verbeelding brengt je de roos en de pijl, brengt je doel in beeld en zorgt dat de pijl raakt.

De wil te willen

Je zult in je leven wel die waarneming hebben gevoeld dat je nu iets moet doen, een stap naar voren, een verlangen om te gaan, te ondernemen. Dat ging verder dan alleen maar dat kinderlijke verlangen. Het was een diep gevoeld willen. Ik noem dat de ‘wil te willen’. Alsof niet jij, maar jouw wil iets wil. Iets in jou dat je voortdrijft. Misschien verwonder je je over dat wat er ontstaat. Alsof het vanzelf gaat, wat natuurlijk niet zo is. Zonder jouw kunde gebeurt er niets. Maar het voelt niet meer als gras uit de grond trekken. Dat eeuwige geduw en getrek aan dode paarden. Die voortdurende twijfel of jij wel hard genoeg werkt, of genoeg wilt. Alleen, dat wat wil, gaat niet over roem en rijkdom. Over succes en aanzien. Roberto Assagioli schrijft: ‘…het gaat om de behoefte om de zin van het leven te begrijpen.’

De wil te willen neemt je mee in een stroom waarin het niet meer gaat over wat jij wil — denk aan die song van Leonard Cohen — en prachtig gezongen door Antony, nu bekend als Anohni. Thy will be done. Wie is eigenlijk ‘Thy’ en wat moet er dan worden gedaan? Het is zoeken als mens naar een diepere betekenis en die diepere betekenis wordt aan ons gewild. Ons overgeven aan die wil in ons wordt soms vergeleken als een religieuze ervaring, dat is aan jou natuurlijk. Maar begrijpen dat betekenis geven aan je leven niets te maken heeft met jouw talenten, jouw vermogen, jouw komaf, jouw netwerk, jouw sterke wil, is een belangrijke stap.

Roberto Assagioli schrijft verder: ‘Er bestaat ook een enigszins ander type crisis: het gevoel persoonlijk niets te betekenen. De persoon heeft dan het gevoel dat hij nutteloos is, dat zijn leven geen enkele betekenis of waarde heeft en nergens toe kan leiden. Naar mijn mening is dit een waanvoorstelling omdat elke bestaansvorm zijn plaats in het geheel heeft. (de cursivering is van Assagioli zelf; let daar eens op)

Uiteindelijk leidt deze wil te willen — of zoals Roberto Assagioli duidt: transpersoonlijke wil — tot de ontdekking van een universele wil. Op dit moment in tijd ervaart de mensheid een diepe crisis. In die crisis ontstaat altijd een enorme tegenstelling. Angst en liefde staan tegenover elkaar. Angst drijft uiteen, liefde verbindt. These en antithese. Tegen en voor. Lukt het ons de universele wil te ontdekken? Om als mensensoort een nieuwe fase in te gaan. Dat vanuit de tegenstelling iets nieuws, een synthese, zal ontstaan. Dat de universele wil ons daarin meeneemt, de weg wijst.

Zonder verlangen gaat er geen deur open. Het geeft de noodzaak voor verandering in ons aan. Verlangen geeft ons dus een vergezicht.

Verwacht het verwachte

In 2017 werd de film ‘Field of Dreams’ opgenomen in de Amerikaanse Library of Congress vanwege ‘culturally, historically, or aesthetically significant.’ Wonderlijk voor een film die een geheel verzonnen verhaal vertelt. Ondanks dat het verzonnen is, is het ook een verhaal dat universeel is, en niet alleen voor Amerika. Ray Kinsella is een boer in het midden van Amerika met een klein beetje boerenland om maïs op te verbouwen. Op een avond als hij langs zijn land loopt, en zijn vrouw en kind van de avondzon genieten op de ‘porch’, hoort hij een stem. ‘If you build it, he will come.’ Hij draait zich om naar zijn vrouw Annie en vraagt of zij iets geroepen heeft? Nee dus. En weer die stem: ‘If you build it, he will come.’ Ray schudt zijn hoofd en loopt terug naar huis. ’s Nachts als hij niet in slaap kan komen, gaat hij naar het raam en ziet daar zijn boerenland met maïs. Op dat moment krijgt hij een ‘visioen’ van een uitgelicht honkbalveld midden in het maïsland. Niet gek dat hij aan zijn vermogens gaat twijfelen en ’s morgens bij het ontbijt vertelt hij Annie vertwijfeld over wat hem overkomen is. Zij kent hem en weet ook dat ie niet gek is als hij voorstelt een honkbalveld aan te leggen op zijn land. Afgezien van een idioot idee is het ook nog eens slecht voor hun inkomen, want het beetje maïs dat ze verbouwen is net genoeg om rond te komen. Het honkbalveld gaat er dus voor zorgen dat ze mogelijk in financiële problemen komen. Waarom een honkbalveld?

In de film gaat het uiteindelijk om een schandaal in de honkbalgeschiedenis dat ‘Black Sox Scandal’ is gaan heten. Acht leden van Chicago White Sox zijn in 1919 ooit beschuldigd van ‘match fixing’. Maanden gaan voorbij terwijl Ray Kinsella een honkbalveld met lichtpalen aanlegt. Dan ziet Annie op een avond uit het maïsveld een honkbalspeler tevoorschijn komen. Hij heeft de typische kleding aan van een speler uit de tijd van 1919. ‘Build it and he will come,’ wie moet er komen? Ray en Annie zien dan meer spelers ’s avonds komen om te spelen, de spelers van Chicago White Sox. Maar er wordt iemand gemist. Ray gaat op reis om achter het verhaal te komen van het schandaal en om de gemiste speler uiteindelijk te vinden. Intussen gaat het financieel zo slecht met de boerderij dat de zwager van Ray wel moet gaan ingrijpen voordat de bank hen zal onteigenen, en ondanks alle verhalen over de spelers die er avond na avond komen en wachten op die ene missende speler voordat het team compleet is, gelooft en ziet de zwager niets. Ja, een leeg honkbalveld waar maïs had kunnen groeien.

De apotheose van de film is als Archibald ‘Moonlight’ Graham op een avond arriveert. Dan ziet ook de zwager het mirakel. Het team is compleet, er kan gespeeld worden. De camera maakt een tilt omhoog en we zien dan op de weg naar de boerderij tientallen auto’s komen aanrijden. Allemaal honkballiefhebbers die tegen betaling naar de wedstrijd komen kijken.

‘Build it and they will come,’ is een gevleugelde uitspraak geworden door dit moderne sprookje waar geloof in een absurd idee het wint, samen met uithoudingsvermogen. Het is ook een uitspraak die symbool staat voor een ‘veld’ aanleggen waarbij je de vraag kunt stellen aan jezelf: wat wil er gewild worden? Door een plek te maken, soms zelfs fysiek, maar in veel gevallen mentaal. Door je af te stemmen op dat wat je te doen hebt in je leven. Bouw het en het zal gebeuren. Het is een uitspraak waarbij je niet alleen het geloof hebt dat er iets zal gebeuren, maar waarbij je je ook committeert om die plek te gaan maken. Dat betekent dat je je voorbereid op wat kan en zal gebeuren.

Onderzoek

‘Onderzoek en behoudt het goede’, schijnt een uitspraak van de apostel Paulus te zijn. Om dat wat je wilt, of beter, dat wat in jou gewild wil worden, is onderzoek nodig. Je krijgt het niet op een blaadje thuisbezorgd. Soms is dat een reis van meerdere afslagen. Kom je op schreden terug. Wil je dan niet genoeg? Je weet nu dat dit niet zo is. Luister je niet genoeg? De vraag is waar naar?

Luister eens naar deze aflevering van Het Innerlijk Behang, een serie podcasts die ik samen met Raf Stevens maak. In deze aflevering een aantal mensen die net als jij geluisterd, gevonden en gekozen hebben.

Begin

Begin met het eind in je hoofd.

Vertel je zelf hoe het afloopt.

Verbeeld je waar het eindigt,

zie eens waar het stopt.

Loop dan de weg terug

naar de eerste stap die je gaat zetten.

De eerste gedachte om in beweging te komen,

dat moment van ‘no return’.

Natuurlijk blijft het spannend

en ga je aarzelend je weg,

zoek je bevestiging en goedkeuring

ook al komt die maar zelden.

Maar met dat eind in je hoofd

weet je ook dat elke stap de goede is

en is elke dag niet zomaar een dag

maar een reis van onderweg.

Ron van Es founder School for Purpose Leadership

--

--

Ron van Es
Ron van Es

Written by Ron van Es

Founder School for Purpose Leadership (https://www.schoolforpurposeleadership.nl/) & Hoofdredacteur Betekenis Boeken Club (https://www.betekenisboekenclub.com/)

No responses yet