Er is geen individueel lijden.

Ron van Es
7 min readOct 25, 2020

--

‘There is one Body, one Spirit, and you were called into one and the same hope…And each one of us has been given his own share of grace, as Christ allotted (toegewezen) it.’

Zo begint het hoofdstuk ‘It Can’t Be Carried Alone’ van Richard Rohr in zijn nieuwste boek ‘The Universal Christ’. Maar voordat ik daar met je op induik, dit wordt geen verhaal waarin ik de bijbel ga uitleggen of een christelijke route volg. Alhoewel Richard Rohr een franciscaan is en het veel over Christus en geloof heeft, is zijn boek verrassend genoeg voor niet-gelovigen zeer aansprekend. Want de ‘Universal Christ’ is zoals hij betoogt is vooral de Christus in alles en allen. Dat is geen nieuwe gedachte, en heeft bijvoorbeeld veel van zijn oorsprong in Oosterse filosofieën, maar ook bij Spinoza die God en natuur als gelijk zag.

De Christus is in alles en iedereen, waarbij de gedachte is dat we één zijn in vreugde, één in lijden, één in creatie. Er is geen tegenover, er is geen onderscheid, er is geen afscheiding. In poëtische zin: we zijn allen sterrenstof.

In 2019 hoorde ik de filosoof Charles Eisenstein, auteur van het boek ‘Climate: A New Story’, in een lezing vertellen dat we in een omschakeling, een transitie zitten waarin ons idee dat wij de natuur kunnen beheersen voor altijd anders lijkt te worden. Niet langer meer zijn wij de degenen die afgescheiden zijn van de rest van de natuur, denkend dat wij de kroon op het scheppingswerk van God zijn, maar onderdeel van het grote verhaal van de natuur. Daardoor krijgen wij een dienende rol als beheerder. Daardoor kunnen en moeten we ook vanuit liefde naar onze omgeving kijken, omdat telkens als er iets sterft door ons toedoen, er iets zal sterven in onszelf. Eisenstein schrijft: ‘We zullen de perceptie van leiderschap moeten loslaten, leiderschap dat ons eeuwenlang heeft verteld dat we overheerser moeten zijn om sterk te zijn. Dat we een plan moeten hebben voor anderen, ook al hebben we eigenlijk geen flauw idee. Dat we moeten organiseren, controleren, sturen omdat er anders niemand is die het doet. Dat de wereld ons nodig heeft, anders gaat die te gronde.’

In liefde en lijden zijn we één.

In zijn boek ‘Raak de wonden aan’ heeft Tomáš Halík het over een beroemd geworden figuur in het nieuwe deel van de bijbel: Thomas, ongelovige Thomas. Die Thomas in de bijbel was er niet bij toen Jezus na zijn dood verscheen aan de groep discipelen en zei toen ook doodleuk: ik moet eerst zijn wonden zien en voelen voordat ik het geloof. Vandaar dus zijn latere naam, Thomas de Ongelovige. Eerst zien en dan geloven. De wonden aanraken van anderen. De wonden aanraken van het gemis in deze wereld. De wonden aanraken van het ongelooflijke dat aan anderen en onszelf gebeurt. De wonden aanraken van het lijden van ons mensen. Toen ik het boek las, werd het mij opnieuw duidelijk: het zijn niet de woorden die we elkaar vertellen — hoe goed en motiverend die ook zijn — maar de wonden die we aan zullen moeten raken. Het is ons handelen. ‘Werd de apostel Thomas bij het zien van de opgestane echt in één keer van al zijn twijfels bevrijd — of liet Jezus hem via zijn wonden juist de enige plaats zien waar zoekers en twijfelaars werkelijk God kunnen aanraken?’ Op de plaatsen die de auteur Tomáš in zijn leven heeft aangedaan op zijn vele reizen, zijn veel plekken van lijden: Ground Zero, Hiroshima, concentratiekampen van nazi’s en communisten. Hij noemt die ‘het Golgotha van deze tijd’. Maar hij gaat verder: ‘Er is één plek die ik nooit meer zal vergeten. Een plek van lijden en grote schaamte. Een plek waar je het liefst snel weer wil vertrekken. Het is een weeshuis in Madras. In de bedjes, die aan kippenhokken deden denken, lagen eenzame kinderen met opgeblazen buikjes van de honger. Er lagen kleine skeletjes, met alleen een zwarte, vaak ontstoken huid eromheen. In de eindeloze gangen keken hun koortsige ogen mij van alle kanten aan en staken ze hun handen naar mij uit. De lucht die er hing, benam me de adem. Deze stank van onmacht en een brandend gevoel van schaamte verstikten mij. Dat gevoel heb je meestal als je met een gezonde huid, een gevulde maag, een schoon bed en een dak boven je hoofd naar lijdende mensen kijkt. Ik wilde zo snel mogelijk laf daarvandaan vluchten (en niet alleen daarvandaan), mijn ogen sluiten, mijn hart op slot doen en dit vergeten. Maar op dat moment kwamen deze woorden in mij naar boven: Raak de wonden aan! En daarna: Kom nu maar met je vinger. En kom maar met je hand om de opening in mijn zijde te voelen.’

“Almost all people are carrying a great and secret hurt, even when they don’t know it.”

In het Crocker Museum in Sacramento hangt dit geweldig grote doek van de schilder Stephen Kaltenbach — ‘Portrait of My Father’. Op één van mijn bezoeken maakte ik de foto hierboven. Het schilderij van een dode vader met daarvoor twee mensen op leeftijd. Wat zouden ze hier denken? Is het sterven van de man ook hun sterven straks? En wat dacht ik dan? Is mijn sterven net als de man op het doek, of net als die twee mensen voor mij terwijl ik daar een foto maak? Is ons lijden identiek? Is er, met andere woorden, een individueel lijden, of juist een collectief lijden? Wat is de verbinding tussen ons? En wat is ons?

Als de wereld in lijden is, en dat is ie, lijden we dan mee, of keren we onze rug ernaar toe? En als we ons niet willen verhouden met dat lijden, wat ontkennen we dan in ons zelf?

Ikzelf herinner me mijn reizen naar Zuid-Afrika, Cambodja en andere plaatsen op de wereld als regisseur van tv-programma’s. Naar plaatsen waar mensen niets hadden, moesten overleven met dat wat ze kregen van anderen. Die een stuk plastic als dakbedekking kregen aangereikt, een dollar voor het werk van die dag. Het kind dat we kregen aangeboden omdat de vrouw er niet meer voor kon zorgen, de laatste menselijke botten in de grond van de Killing Fields. Dit waren de anderen. Ik filmde hen, ik had de verhalen nodig, de beelden van hun leed. Maar heb ik hun wonden aangeraakt? Heb ik hun wonden echt gezien? Heb ik daar hun en mijn God gezien?

Collectief lijden

In zijn boek schrijft Richard Rohr dat ‘some mystics even go so far as to say that individual suffering doesn’t exist at all — and that there is only one suffering, it is all the same, and it is all the suffering of God. The image of Jesus on the cross somehow communicates that to the willing soul. A Crucified God is the dramatic symbol of the one suffering that God fully enters into with us — much more than just for us, as we were mostly trained to think.’

Ik sprak enige jaren geleden Bas Timmer, die bezig was zijn kleine project Sheltersuit op te zetten. Hij had het er niet makkelijk mee en de hele onderneming hing aan een zijden draadje, vertelde hij. Hij had Sheltersuit bedacht naar aanleiding van het verhaal van iemands vader die op straat gestorven was. Dakloos en alleen. Bas was zelf kledingontwerper en wilde hier iets mee. Nee, moest hier iets mee. Hij bedacht een afritsbare slaapzak die daklozen ‘s nachts warm kon houden. Maar hoe nu verder? Vanaf dat gesprek met hem is het hard gegaan met Sheltersuit. Niet alleen in Nederland, maar bijvoorbeeld ook in Amerika waar Bas nu door Time hem heeft uitgeroepen tot ‘Next Generation Leader’. Ik heb groot respect voor Bas. Hij heeft niet alleen een onderneming opgezet die sociaal en inclusief werkt, maar ons ook laten zien dat lijden niet alleen het lijden is van anderen. Die ongelukkigen die net uit de boot vielen en nu op straat slapen.

Als individueel lijden collectief lijden wordt, is de walvis die door vervuiling sterft onze broer. Is de dakloze vrouw op straat onze zus. Is het bos dat in vlammen opgaat omdat we de aarde verwaarlozen onze familie. Zijn de arbeiders die onze kleding maken in de schamele fabriek tegen lage beloning in Bangladesh onze medemensen. Zijn de boeren die opgejut door het kapitaal-denken een rad voor de ogen is gedraaid omdat zij tegen de grenzen van een groeiende economie aanlopen onze buren. Als al het lijden collectief lijden is, ligt de oplossing ook in het collectief mens-zijn. ‘Until we start reading the Jesus story through the collective notion that the Christ offers us, I honestly think we miss much of the core message, and read it all in terms of individual salvation, and individual reward and punishment. Society will remain untouched.’

Er is geen individueel lijden zodat er geen individuele redding is. Er is geen individuele beloning na het ontsnappen aan een donker dal — denk aan het verhaal van de tweede berg die je bereikt nadat je van de eerste berg van roem en zinloze ratrace geflikkerd bent. En er is geen individuele straf voor het lijden om je heen — het is niet aan jou of mij om dat lijden individueel op ons te nemen. Het is daarentegen wel aan jou en mij om het lijden van ons allen te zien en daarop te reageren. Zoals Bas Timmer dat deed. Zoals Tomáš Halík dat constateerde. Zoals Richard Rohr dat beschrijft.

‘Unless we find communal meaning and significance of the suffering of all life and ecosystems on our planet, we will continue to retreat into our individual, small worlds in our quest for personal safety and sanity.’

Ron van Es founder School for Purpose Leadership

--

--

Ron van Es
Ron van Es

Written by Ron van Es

Founder School for Purpose Leadership (https://www.schoolforpurposeleadership.nl/) & Hoofdredacteur Betekenis Boeken Club (https://www.betekenisboekenclub.com/)

Responses (1)