Doe zelf normaal

Over het essay van Maxim Februari

Ron van Es
7 min readFeb 19, 2023

In de zomer van 2021 werd het coronatoegangsbewijs ofwel de QR-code ingevoerd en op 25 september zelfs verplicht als je bijvoorbeeld naar het café of theater wilde. Het was een maatregel die zo inging tegen persoonlijke vrijheid en een voorbode was voor welke digitale controle er daarna zou kunnen ontstaan dat ik die QR-code weigerde te gebruiken. Sommigen in mijn omgeving hoorde ik zeggen dat het voor mijn veiligheid beter was, en toch ook wel ‘lekker makkelijk’. Ik kon alleen maar zeggen dat dit het begin was van veel meer digitale inbreuk op het leven van burgers en dat we daar niet naïef over moesten zijn. Welke overheid heeft het beste voor met zijn burgers als het erop aankomt?

Nog steeds zijn veel mensen er niet van overtuigd dat digitale datasturing ook een grote schaduwzijde heeft. Gewend als iedereen is aan Facebook en Google die ons via reclame en tracking ‘toevallig’ voorhouden waar we dit of dat kunnen kopen. Los nog van de algoritmes van Spotify — ontdek je nog nieuwe muziek? — en YouTube, waardoor je in een soort informatiebubbel terecht komt.

In het essay ‘Doe zelf normaal’ van Maxim Februari gaat hij dieper in op ‘menselijk recht in tijden van datasturing en natuurgeweld’. Op de achterflap staat: ‘Onder invloed van de klimaatverandering en intelligente technologieën verandert de democratische rechtsstaat. Natuur en technologie sturen het beleid en nemen beslissingen voor ons. Het is de vraag of we zelf ons gedrag nog kunnen blijven normeren.’ In een uiterst boeiend en ook alarmerend essay steltMaxim Februari, ook aan de hand van die QR-code van toen, de vraag of wij als burgers nog zelf mogen beslissen wat we kiezen, wat we doen en hoe we ons gedragen of dat een data gestuurde overheid dat voor ons doet en wij enkel kunnen — nee, moeten — volgen? ‘Ofwel je besteedt het normeren van gedrag uit aan een technologische infrastructuur die grotendeels in private handen is. Ofwel je ziet de bevolking als een politieke gemeenschap, een rechtsgemeenschap, die zichzelf normeert, reguleert, en die erover beraadslaagt wat goed en wenselijk is.’

Maar eerst over een ander boek dat ik enige maanden geleden las, namelijk: ‘De aandacht verloren’ van Johann Hari. In dit boek beschrijft hij wat de techbedrijven hebben bereikt als het gaat om dataverslaving van organisaties en overheden, en ook onze eigen verslaving als het gaat om allerlei apps. Die verslaving leidt niet alleen tot een concentratieprobleem — we lezen geen boeken meer, zelfs geen hele krantenartikelen, maar beperken ons tot de ‘koppen’.

In het boek staan tientallen wetenschappelijke feiten die hij aanhaalt in interviews met wetenschappers wereldwijd. Niet droog opgesomd, maar goed geschreven uitgelegd. Langzaam besef je: deze manier van leven is echt gevaarlijk. Omdat als we ons niet meer kunnen verdiepen in de waarheid van een verhaal — er is geen tijd, geen focus, geen aandacht meer voor — dan worden we als lezers, kiezers, burgers meegesleept door onbetrouwbare en vaak anonieme bronnen.

Digitale verslaving heeft ook als side effect dat we afgaan op clickbaits en hapklaar fake nieuws zonder er ons verder in te verdiepen of het waar is. Dat is zeer zorgelijk, want welke frames worden ons voorgehouden, en geloven we die frames zonder zelf de aandacht te hebben er zelf langer over na te denken?

‘We moeten ook collectief de strijd aanbinden met de krachten die ons van onze aandacht beroven, en die krachten dwingen om anders te werk te gaan.’ — Johann Hari

De overheid heeft die digitale sturing nu in volle glorie ontdekt en Maxim Februari schrijft: ‘Wat betekent het samenleven met technologieën die ons gedrag beïnvloeden voor de toekomst van ons rechtssysteem?’ Een belangrijke vraag die voor het eerst in alle hevigheid opdook met de QR-code. De app op je telefoon werd daarmee niet alleen een scheiding tussen ‘de bokken en de schapen’, maar ook een tool die gevaarlijke gevolgen in de hand kan werken. ‘De overheid kan op een ochtend beslissen dat je nog een extra vaccinatie nodig hebt om toegang te krijgen tot een ruimte of een evenement. Zo’n nieuwe regel gaat dan onmiddellijk in, zonder de vertraging die ontstaat als je de regels op papier moet zetten.’

‘Lekker makkelijk’ wordt dan ineens extreem irritant. En meer dan dat, want ‘Er is geen persoonlijke ruimte voor een gesprek: de smartphone laat geen overleg toe.’

In het essay gaat Maxim Februari zeer gedegen in op de vraag wie de verzamelde data — en laat daar geen misverstand over bestaan, die data is echt overal inmiddels in terug te vinden! — mag gebruiken , en wanneer. Zijn het de techbedrijven, die ‘lekker makkelijk’, de helpende hand toesteken aan de overheid, of is het nog steeds de overheid zelf die de data beheert?

Wat als de overheid zelf geen — ook al willen ze het — zicht meer houdt over die data? Data worden een black box. Bijvoorbeeld over de invoering van de Europese digitale identiteit (eID), een soort van QR-code waardoor overheidsinstanties en bedrijven in de hele EU kunnen inzien wat burgers en inwoners in de EU in hun persoonlijke digitale portemonnee opslaan. ‘Door opname van bank- en betalingsgegevens, biometrische en medische gegevens, schooldiploma’s en lidmaatschappen van verenigingen heeft de wallet oneindig meer te bieden dan de pas uit het verleden: hij geeft inzage in je voorkeuren en je gedrag.’

‘Lekker makkelijk’ hoor ik sommige mensen alweer roepen. Maar dan hebben ze niet goed doorgedacht. Zelf was ik bijvoorbeeld verbaasd toen ik tijdens een kennisevent, van het bedrijf Lex Digitalis, ‘Ethiek & inclusie in privacy’ het voorbeeld hoorde van geslachtaanpassing in het paspoort. Er zijn genoeg mensen die zich noch man noch vrouw weten en dan een X in het paspoort willen. Begrijpelijk dat dit dan ook in je digitale identiteit (eID) wordt opgeslagen. Maar voor veel mensen betekent dit gelijk dat ze dan bepaalde landen niet meer in zullen komen, want daar worden mensen met een X domweg geweigerd. Of het voorbeeld dat Maxim Februari zelf beschrijft van de menstruatieapp die Amerikaanse vrouwen op hun telefoon hebben. ‘Toen staten in de VS weer de bevoegdheden kregen abortus te verbieden, verwijderden veel vrouwen haastig die app; ze waren bang dat de gegevens over hun cyclus bewijs zouden leveren in een strafzaak. Data waarover ze tot dan toe laconiek en open waren, veranderden opeens van betekenis door verandering van de wet.’

In het boek ‘Van wie wordt ons geld’ van Mahir Alkaya gaat hij in op alweer een belangrijk digitaal issue, namelijk geld. Dat geld, ons geld, is in hoge mate gedigitaliseerd inmiddels. Maar van wie is het, en vooral; waar is het? Antwoord: van en bij commerciële banken die ons inmiddels met talloze apps vertrouwd hebben gemaakt. ‘Lekker makkelijk’. Betalen met telefoon of cards, overal waar je maar wilt. Maar wat als je plotseling afgesloten kunt worden van jouw geld? ‘Digitaal geld maakt het dus gemakkelijker om bepaalde mensen of producten de facto uit te sluiten van de legale economie, en de illegaliteit in te duwen, maar het tegenovergestelde wordt ook mogelijk. Namelijk: alleen een beperkt aantal productcategorieën beschikbaar stellen aan bepaalde mensen.’

Niet voor niets is de ondertitel van het essay van Maxim Februari ‘Menselijk recht in tijden van datasturing en natuurgeweld’. Wie heeft het voor het zeggen in tijden van crises met een verzameling aan data van ons burgers? ‘Mij interesseert de omgekeerde verhouding. Niet de greep van het recht op de technologie, maar de invloed van de technologie op het recht en het functioneren daarvan in de samenleving en de staat.’

Even vrijuit gedacht van mijn kant: Als de greep van de technologie (lees techbedrijven en de bedrijven daarachter) ons bij een volgende pandemie of soortgelijke crisis aanstuurt via een nieuw soort QR-code, onze medische gegevens beheert bij ziekenhuisopname, ons bepaalde producten verbiedt of juist laat aanschaffen, dus ons in het gareel houdt, zeggen we dan ook ‘lekker makkelijk?’

‘Reden genoeg’, schrijft Maxim Februari, ‘om met aandacht naar het recht te kijken. Hoe zit het met de grondrechten, de mensenrechten, met de toegang tot de onafhankelijke rechter, met de scheiding der machten in de staat, met de voorspelbaarheid van de wetshandhaving, kortom, hoe zit het met de rechtspositie van de burger?’

Maxim Februari

In een interview met De Volkskrant vertelt Maxim Februari: U wilt dat dit essay iets doet. Straks hebben we het allemaal gelezen. Maar wat dan? Wat kun je als burger doen?

‘Je moet geen data rondstrooien en speeksel naar Google sturen, maar eigenlijk gaat het me daar niet om. We moeten het meer over werknemerschap hebben: wat doe je als beleidsambtenaar? Als bestuurder, als politicus, als ambtenaar, als iemand die binnen het bedrijf te maken heeft met dataverzamelingen, als jurist of als rechter? Dus eigenlijk wil ik zeggen tegen iedereen die in publieke diensten werkt: wees je ervan bewust dat dingen veranderen. Als iemand langskomt met een koffertje en zegt: we hebben een ontzettend handige technologische oplossing voor jou, tel dan toch even tot tien.’

Tot tien tellen betekent ook zelf in actie komen, zoals bijvoorbeeld De Vierde Golf doet. ‘Wij zijn de Vierde Golf. We zijn voortgekomen uit verbazing over de reactie op de coronapandemie en andere crises vanuit politiek en maatschappij. Politieke keuzes worden vermomd als technische oplossingen en leiden keer op keer tot een inperking van burgerrechten, een afnemende sociale samenhang, een toenemende kansenongelijkheid en een afnemende duurzaamheid.’ Of check eens de digitale sleutel die Marie-José Hoefmans met anderen aan het creëren is met Schluss. ‘Met Schluss bepaal jij, en jij alleen, wie wat van jou mag weten.’ Dat alles beter dan lijdzaam af te wachten, of het ‘lekker makkelijk’ te vinden.

Maxim Februari eindigt zijn essay met: ‘Het boek is uit en u wilt op de valreep nog snel een oplossing van mij: een antwoord op alle vragen. Is er geen app? Helaas, nee, geen app. Er is een politieke gemeenschap, een rechtsgemeenschap, die digitaal wakker moet worden.’

Ron van Es mentor, scrhrijver, spreker & maker bij School for Purpose Leadership

Koop de boeken van Maxim Februari, Johann Hari en Mahir Alkaya bij YouBeDo en doneer een deel van de vaste boekenprijs aan een goed doel.

--

--

Ron van Es

Editor-in-chief OMO https://www.optimistmagazineonline.com/ Schrijft ook reviews voor New Financial Magazine en Optimist Magazine