De Gulden Regel
Ik moest denken aan de Bergrede. Of eigenlijk kwam ik daar weer terecht via Bas Heijne. Hij is publicist en was NRC-columnist. Op 4 april 2018 sprak hij zijn zogenaamde ‘Bergrede’ uit in de Bergkerk in Amersfoort.
‘Het eerste deel van de Bergrede van Jezus kun je lezen, ook, of misschien juist, als je zoals ik niet christelijk bent, als een opdracht tot extreme zelfontzegging. Alle dingen die een mens van nature het liefst zou vermijden, pijn, verdriet, vervolging, het mikpunt zijn van hoon en spot, worden hier als essentieel gepresenteerd. Dat waar je instinctief voor terugschrikt, moet je, zo wordt ons voorgehouden, juist opzoeken. Verlies jezelf, zegt Jezus, breek je ego af. Juist de ervaringen die ons het meest pijn doen en ellende bezorgen, zijn de ervaringen die ertoe doen, die ons bewust maken en ons in staat stellen inzicht in onszelf en de wereld te krijgen. Niet dat ze ons niet zullen beschadigen, ons leven lang pijn kunnen blijven doen. Maar het is niet zo dat ze daarom niet van waarde zijn. Integendeel.’
Die Bergrede waar Bas Heijne naar verwijst en die je kunt lezen in het bijbelboek Matteüs is een nogal radicale toespraak van Jezus op een heuvel ergens in de streek Galilea in het huidige Israël. Die Bergrede is brandstof gebleken voor veel sociale bewegingen — binnen en buiten het Christendom — om gelijkheid, rechtvaardigheid en mededogen te prediken voor alle mensen. In de Bergrede komen ook de acht zogenaamde zaligsprekingen voorbij.
1. Gelukkig wie nederig van hart zijn, want voor hen is het koninkrijk van de hemel
2. Gelukkig de treurenden, want zij zullen getroost worden
3. Gelukkig de zachtmoedigen, want zij zullen het land bezitten
4. Gelukkig wie hongeren en dorsten naar gerechtigheid, want zij zullen verzadigd worden
5. Gelukkig de barmhartigen, want zij zullen barmhartigheid ondervinden.
6. Gelukkig wie zuiver van hart zijn, want zij zullen God zien
7. Gelukkig de vredestichters, want zij zullen kinderen van God genoemd worden
8. Gelukkig wie vanwege de gerechtigheid vervolgd worden, want voor hen is het koninkrijk van de hemel
Het zijn acht uitspraken waar Bas Heijne van zegt dat je er misschien voor terugschrikt, want het zijn gedragsregels die vragen om een diep persoonlijke inzet. Je kunt er moeilijk mee marchanderen, zeg maar. Het zijn regels over mededogen geven en mededogen vragen. Bas Heijne vervolgt dan ook niet voor niets: ‘Het probleem met zulke boodschappen is dat ze, ondanks hun radicale inzet, zo gauw zoetsappig worden. Het is zo gemakkelijk ze met de mond te belijden, zonder dat ze impact hebben op ons gedrag. Het is gewoon te veel gevraagd, mijn ego laat zich niet zomaar afbreken!’
In de hele Bergrede spreekt Jezus over iets dat nu de ‘Gulden Regel’ is gaan heten: ‘Alles nu wat gij wilt, dat u de mensen doen, doet gij hen ook aldus.’ (Mat.7:12) Deze uitspraak komt echter in bijna elke cultuur en elk geloof voor, vandaar dat idee van de Gulden Regel, een regel om een mens te zijn voor en met elkaar.
Confucius (551–479 v.Chr.) sprak tegen een leerling: ‘Bejegen je medemens met dezelfde hoffelijkheid, waarmee je een dierbare gast ontvangt. Behandel hem met hetzelfde respect, waarmee het grote offer gebracht wordt. Wat je zelf niet wilt, doe dat ook de ander niet.’
In het Taoïsme komt deze regel voor: ‘Slechts aan wie zijn eigen lichaam liefheeft als zijnde de hele wereld, mag de wereld worden toevertrouwd.’
In de Mahabharatha — het grote Indiase epos — lezen we dit: ‘Men moet nooit een ander aandoen, wat men voor zichzelf als kwetsend ziet. Dat is de kern van de regel van alle rechtschapenheid.’
De Boeddha leert: ‘Wat voor mij onwelgevallig en onaangenaam is, is voor anderen ook onwelgevallig en onaangenaam. Hoe zou ik dan een ander kunnen belasten met wat voor mijzelf onwelgevallig en onaangenaam is?’
Isokrates (436–338 v.Chr.) politicus bij de Oude Grieken schreef dit: ‘Doe andere mensen niet aan waarover je zelf verontwaardigd zou zijn, als je dat zelf zou moeten ervaren.’
Maar ook in modernere tijden en niet alleen vanuit religieus inzicht, lezen we bijvoorbeeld in de eerste Franse grondwet: ‘Doe niemand datgene aan, waarvan je niet wilt dat het jou aangedaan wordt.’ En vele schrijvers en filosofen later schrijft de Duitse filosoof Hans-Ulrich Hoche: ‘Behandel iedereen, zoals je zelf in zijn plaats behandeld zou willen worden.’
Logische dat Bas Heijne dan zegt: ‘Ik zie de Bergrede niet zozeer als een aanbeveling voor goed leven, of zelfs als een ethische opdracht die ergens in een andere wereld dan deze beloond zal worden met zaligheid, maar eerder als een existentiële aansporing. Socrates zei dat het leven dat niet onderzocht is, niet waard is om geleefd te worden. Jezus, zoals ik zijn woorden interpreteer, lijkt te zeggen dat een mens die het zichzelf niet moeilijk maakt, die niet tegen zijn eigen aandriften durft in te gaan, geen waardevol leven leidt. In extreme, tegendraadse betrokkenheid zelf ligt de betekenis van het mens-zijn.’
Ik zou de Gulden Regel vandaag zo willen vertalen: ‘Laat iedereen profiteren van jouw wijsheid, handelen, talenten, mogelijkheden en liefde.’ Leg deze Gulden Regel eens langs de missie van je bedrijf, bespreek hem in je managementteam, laat hem aan je CFO lezen, leef hem uit met al de medewerkers, vertel het aan je klanten of cliënten en zie dan eens wat er terugkomt, groeit, ontstaat, opbloeit in je bedrijf of organisatie.
Ron van Es — (uit: ‘Ertoe doen’)